Het Franse Lyf lanceert betaalsysteem voor parkeergarages via kenteken voertuig

In Straatsburg hebben Lyf en het lokale semi-overheidsbedrijf Parcus.mobi onlangs een betaalsysteem voor parkeergarages gelanceerd dat gebruikmaakt van kentekens van voertuigen en toegankelijk is voor alle automobilisten. Het idee is om hiermee de incidentele klant hetzelfde comfort te bieden als abonnees waarvan het kenteken al gelezen wordt. Eenvoudig op papier, maar niet in de uitvoering vanwege de tweede Europese richtlijn betalingsdiensten (PSD2).

Beeld: ©Lyf

Op papier is het principe vrij eenvoudig. Het is gebaseerd op Lyf Pay, een betaalapplicatie voor smartphones die al kan worden gebruikt in supermarkten en restaurants. Eenmaal gedownload voert de gebruiker zijn bankgegevens en nummerplaat in die bij het in- en uitrijden van de parkeergarage wordt gelezen. De parkeertijd wordt vervolgens berekend en het te betalen bedrag wordt via de applicatie automatisch van de rekening van de klant afgeschreven.

Sterke cliƫntauthenticatie

Maar de uitvoering is iets ingewikkelder. Het automatische betalingssysteem moet voldoen aan de tweede Europese richtlijn betalingsdiensten (PSD2), die de betalingsdienstaanbieder de verplichting oplegt om een sterke authenticatie van zijn cliƫnt uit te voeren. Het spreekt voor zich dat het gebruik van een telefoon om de parkeerplaats te betalen bij de uitgang van een parkeergarage de gewenste vlotheid in de weg zou staan.

De twee partners hebben een oplossing gevonden voor dit beveiligingsprobleem: de dubbele authenticatie die nodig is voor betalingen wordt vooraf uitgevoerd, zodra men zich in de applicatie registreert. De aanpassing van het Lyf Pay-systeem aan parkeergarages en hun slagbomen heeft twee jaar geduurd.

Lyf zal deze nieuwe dienstverlening het komende jaar uitrollen in de 20 parkeergarages die het bedrijf beheert en is van plan om dit systeem ook aan andere beheerders aan te bieden. Daarnaast wil Lyf deze innovatie invoeren bij tankstations en het drive-through concept voor boodschappen en maaltijden.

Bron: Les Echos