Voorstellen uit de Franse circulaire mode-industrie om het hergebruik en de recycling van textiel te stimuleren

Er wordt vaak met de vinger gewezen naar de modesector als grote vervuiler. Als reactie hierop heeft de brancheorganisatie van de circulaire mode-industrie, de Fédération de la Mode Circulaire (FMC), een gemeenschappelijk programma gepubliceerd met daarin een vijftiental voorstellen om het hergebruik en de recycling in de mode, en in de textielindustrie in het algemeen, te stimuleren. De voorstellen zijn onderverdeeld in drie thema's: innovatie en productie, consumentenvorming en –voorlichting, belasting en werkomstandigheden.

INNOVATIE EN PRODUCTIE

Verbetering van de resultaten van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV)

Om het hergebruik en de recycling van textiel te stimuleren moet allereerst de inzameling ervan worden verbeterd. Refashion, de collectieve organisatie van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel, huishoudlinnen en schoeisel in Frankrijk verzamelt momenteel het equivalent van 34% van de op de markt gebrachte tonnages in. Om de door de overheid vastgestelde doelstelling van 50% te halen wil de brancheorganisatie het aantal en de zichtbaarheid van de inleveringspunten vergroten. Ook wil zij nieuwe inleveringspunten ontwikkelen: via internet, huis-aan-huis, in stomerijen, tijdens evenementen, in bedrijven, in gemeentehuizen, in tabakswinkels of in de verkooppunten van modemerken en -ketens.

In 2021 werd 8,7% van het gebruikte textiel teruggewonnen tot secundaire brandstof (SRF) en werd 1,3% vernietigd. Bovendien wordt momenteel 95% van de voor recycling ingezamelde tonnage geëxporteerd. De Franse brancheorganisatie meent dat deze resultaten te wijten zijn aan de "technologische beperkingen in de sorteercentra". Om dit te verhelpen stelt zij voor om financiële steun te verlenen aan "kleine en grote bedrijven" via het Fonds voor Circulaire Economie of het investeringsplan France 2030. Hiermee zou vooruitgang kunnen worden geboekt op het gebied van technologieën voor het sorteren, repareren en recyclen van textiel.

Versnelling van het invoeren van de milieu-etikettering

Om de kwaliteit van kleding te verbeteren, stelt de federatie voor het "digitale paspoort voor textiel", dat de Europese Commissie in haar strategie voor duurzaam en circulair textiel aanbeveelt, te integreren in de verordening inzake ecologisch ontwerp die in 2024 wordt verwacht. Dit digitale productpaspoort zal consumenten informatie verschaffen over de samenstelling en technische gegevens van een product door de hele keten heen. "De invoering van het productpaspoort [moet] een prioriteit van de Europese Unie zijn en [het moet] via een eenvoudig, toegankelijk, gratis en begrijpelijk hulpmiddel voor alle consumenten alle componenten van de circulariteit van een product integreren."

De brancheorganisatie pleit ook voor een harmonisatie van de Franse milieu-etikettering, die vanaf eind 2023 verplicht wordt in Frankrijk, en de Europese ecologische voetafdruk van producten (EU Product Environmental Footprint). Het doel is "een ambitieuze, erkende, toegankelijke en eenvoudige methodologie te bevorderen". Ook op Europees niveau pleit de federatie voor de oprichting van een UPV-textiel, zoals in Frankrijk al sinds 2008 het geval is. In Nederland moet de UPV-textiel dit voorjaar ingaan.

Financiële steun van de Franse overheid

Hoewel de brancheorganisatie over het algemeen positief staat tegenover de in Frankrijk ingevoerde maatregelen, is er toch één die zij afkeurt: de toegang tot het fonds voor hergebruik en reparatie die beperkt is tot spelers uit de sociale en solidaire economie (SSE). Dit is vastgelegd in artikel 31 van de France klimaatwet uit augustus 2021. De brancheorganisatie wil dat kringloopwinkels, e-commerce platforms (marktplaatsen) voor vintage kleding, kleer- en schoenmakerijen of upcycle ontwerpers toegang krijgen tot dit fonds dat door de Franse wet tegen verspilling en voor de circulaire economie (Agec) in het leven is geroepen. Het gaat hierbij o.a. om een bedrag dat gelijk is aan 5% van de door Refashion ontvangen bijdragen per textielstuk om innovatie en sortering te bekostigen (58 miljoen euro voor de komende 6 jaar).

Bundelen van overheidsopdrachten

Eind 2023 zal de Franse regering een rapport uitbrengen over duurzame overheidsopdrachten. Overheidsopdrachten vertegenwoordigen ongeveer 10% van het Franse BBP. Artikel 58 van de wet Agec en het bijbehorende toepassingsbesluit bepalen dat ten minste 20% van de textiel aankopen van overheidsinstanties afkomstig moet zijn van hergebruik of (gedeelde) recycling.

CONSUMENTENVORMING EN -VOORLICHTING

Kinderen en jongeren kennis laten maken met circulaire economie via circulaire mode

Fast fashion maakt een steeds belangrijker deel uit van de ecologische voetafdruk van jonge Fransen. Door kinderen en jongeren kennis te laten maken met circulaire economie via circulaire mode kan meer bewustzijn en een gedragsverandering worden gerealiseerd. Op middelbare scholen zou een halve dag per jaar aan circulaire mode kunnen worden gewijd, via de organisatie van kledingruil, kledingverkoop, conferenties en wedstrijden.

Reclamecampagnes op sociale netwerken, direct via adverteerders of indirect via fashion influencers, zouden ook kunnen worden gereguleerd, met de verplichting om mogelijke tweedehands alternatieven te vermelden. Een verklaring zoals "Voor het milieu, kies voor kleding die al een eerste leven heeft gehad" zou ook verplicht aan advertenties kunnen worden toegevoegd, naar voorbeeld van andere sectoren zoals alcohol, voedsel of auto's.

Invoering circulariteitsindex

Hoewel de bij wet ingevoerde reparatie index de consument informatie verschaft over het einde van de levensduur van de betrokken producten, houdt deze index geen rekening met recycling, hergebruik, reparatie of upcycling en worden hij de spelers in de sector niet gestimuleerd om dergelijke producten aan te bieden, noch informeert de index de consument over deze aspecten. Er wordt dan ook gepleit voor de invoering van een vrijwillige "circulariteitsindex" die in de milieu-etikettering wordt opgenomen.

De berekening van deze circulariteitsindex, van 0 tot 10, zou kunnen worden gebaseerd op bepaalde criteria (positieve externe effecten die verband houden met circulariteit, negatieve externe effecten die dankzij circulariteit worden vermeden, percentage gerecycleerd of hergebruikt materiaal, percentage materiaal dat het gevolg is van upcycling, enz. De index zou worden ondersteund door een vrijwillige AFNOR-norm (AFNOR is het Franse instituut voor normering) die bepaalt wat een gerecycleerd product, een hergebruikt product en een geupcycled product is.

Deze index zou het voor de consument gemakkelijker maken de milieukwaliteit van een circulair product te begrijpen en zou ervoor zorgen dat circulaire producten zich onderscheiden van niet-circulaire producten. Een minimumscore op deze index zou het product of de dienst in aanmerking kunnen laten komen voor verlaagde btw of een ad-hoc steunmechanisme.

Begeleiding van de digitalisering van alle circulaire modebedrijven

Een ander voorstel betreft het begeleiden van de digitalisering van alle circulaire modebedrijven, via investeringssteun, opleiding en steun van lokale overheden. Het gaat er hierbij ook om dat de hele waardeketen van de circulaire economie wordt betrokken bij de digitalisering van het aanbod en vraag, om de uitwisseling van materialen, textiel en oplossingen tussen alle spelers te versterken.

Invoering van een circulaire kledingcheque

De brancheorganisatie wil ook een circulaire kledingcheque invoeren voor de aankoop van gerecyclede of hergebruikte textielproducten. Gesubsidieerd en vrijgesteld van sociale premies zouden bedrijven deze kledingcheque, op vrijwillige basis, kunnen aanbieden.

Stimulering van de circulaire en duurzame stad

Winkeliers van circulaire kleding zouden zich makkelijk in Franse steden en dorpen moeten kunnen vestigen en/of innoverende initiatieven moeten voorstellen (reizende tweedehandswinkels, recuperatie van tweedehandskleding rechtstreeks bij particulieren, enz.). Deze maatregel zou gepaard moeten gaan met bewustmakingsacties (bijvoorbeeld via technische fiches van het Franse milieuagentschap ADEME) voor lokale overheden, grote distributeurs en onafhankelijke detailhandelaren over de voordelen van circulaire mode.

Tegelijkertijd moet de CO2-impact van de leveringen omlaag deze te bundelen en te vervoeren met CO2-arme vervoersmodaliteiten (binnenvaart en spoorvervoer, elektrische/waterstoflogistiek, last mile per bakfiets) waardoor deze ook goedkoper worden voor de consument.

BELASTING EN WERKOMSTANDIGHEDEN

Transparantie, verlenging van de levensduur van kleding, consumenteninformatie en milieuetikettering, zorgplicht in de hele toeleveringsketen om kinder- of dwangarbeid te verbieden, Franse of Europese productie om een fatsoenlijk loon te bieden en de ecologische voetafdruk van producten te beperken: er hangt een prijskaartje aan duurzaamheid en circulariteit.

De brancheorganisatie rekent op financiële steun van de overheid via een verlaging van de btw-tarieven voor circulaire goederen en diensten. Hierbij wordt verwezen naar de Europese richtlijn 2022/542 van april 2022 die een herziening van de btw-regels toestaat om ze in overeenstemming te brengen met de gemeenschappelijke prioriteiten van de EU, zoals de strijd tegen klimaatverandering.

Een andere fiscale maatregel waar de brancheorganisatie om vraagt is de invoering van een belastingverlaging voor circulaire activiteiten, naar het voorbeeld van de belastingverlaging voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in Frankrijk.

Enerzijds gaat het om het aanbieden van nieuwe financieringsoplossingen of voordelige belastingen en het compenseren van circulaire investeringen, anderzijds om het overwegen van sancties tegen merken of ketens die hun ogen blijven sluiten voor dwangarbeid, kinderarbeid of de milieu-impact van hun producten.

Bron: La Fédération de la mode circulaire