Fast fashion: Frankrijk wil milieuheffing koppelen aan keurmerk voor kleding

Op 14 maart stemden alle leden van de Assemblée (Franse Tweede Kamer) unaniem voor een wetsvoorstel om de impact van de textielindustrie op het milieu te verminderen. De tekst omvat een verplicht duurzaamheidslabel, een bonus-malussysteem en een verbod op reclame voor de betrokken merken. De tekst is echter aanzienlijk aangepast: de heffing zal niet specifiek gericht zijn op fast fashion, maar gekoppeld worden aan een duurzaamheidslabel dat momenteel in ontwikkeling is.

De textielindustrie draagt bijna 10% bij aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, meer dan de lucht- en scheepvaartsectoren samen. Deze uitstoot kan zelfs stijgen tot 26% tegen 2050. Om dit probleem aan te pakken, heeft de wet tegen verspilling en voor de circulaire economie (Agec) van 2020 een bonus geïntroduceerd voor het repareren van kledingstukken, om zo de circulaire economie te bevorderen. Daarnaast beoogt de Klimaatwet van 2021 in bepaalde sectoren de invoering van een duurzaamheidslabel (Eco-score).

Desondanks zijn deze inspanningen ontoereikend. Het nieuwe wetsvoorstel wil fast fashion aanpakken om overconsumptie van kleding te verminderen en negatieve milieueffecten te beperken.

Online-marktplaatsen

Het debat in de Assemblée begon met een uitleg over de reikwijdte van de nieuwe wet. De tekst verwijst naar het aantal nieuwe kledingstukken of accessoires dat een bedrijf binnen een bepaalde periode op de markt brengt, gebaseerd op bepaalde drempels die nog moeten worden vastgesteld bij decreet. Alle producten van de verkoper worden dus meegenomen bij het bepalen of de drempels worden overschreden. Er is echter één uitzondering: de verkoop van onverkochte voorraad telt niet mee, op voorwaarde dat de verkoop ervan wordt gedaan door verkopers die geen eigenaar van de producten zijn geweest.

De parlementsleden beseften ook dat fast fashion bedrijven de wet kunnen omzeilen door volumes op te splitsen en ze op online-marktplaatsen te verkopen. Dit wordt des te eenvoudiger omdat Shein en Temu eigenlijk online-marktplaatsen zijn. Daarom heeft de Assemblée de tekst uitgebreid naar dit soort verkoopplatformen, zodat ook de grote spelers in de fast fashion, evenals Alibaba en Amazon, eronder vallen.

Reclameverbod en verplichte informatie

Bedrijven die onder de wet vallen mogen vanaf 1 januari 2025 geen reclame meer maken. Dit geldt ook voor commerciële boodschappen van influencers op sociale media. Daarnaast moeten fast fashion bedrijven informatie op hun websites plaatsen over het belang van minder kopen, hergebruik, reparatie en recycling van kleding, en mensen bewust maken van de milieu-impact. Deze informatie moet geplaatst worden naast de prijs van het product.

Bij overtreding kunnen boetes tot maximaal 20.000 euro (voor individuen) en 100.000 euro (voor rechtspersonen) worden opgelegd. De controleurs van fraude krijgen de bevoegdheid om deze overtredingen op te sporen.

Vervuiler betaalt principe

Het wetsvoorstel bepaalt dat merken verplicht zijn om een Eco-score (duurzaamheidslabel) te gebruiken. Met deze Eco-score moeten drie doelstellingen worden bereikt:

  1. Het verstrekken van nauwkeurige en transparante informatie aan consumenten zodat zij weloverwogen keuzes kunnen maken;
  2. Het aanmoedigen van producenten om hun producten op een meer verantwoorde manier te ontwerpen;
  3. Het verminderen van de milieu-impact van de mode-industrie

De Franse overheid is momenteel bezig met het berekenen van deze Eco-score. Dit duurzaamheidslabel werd tussen 2020 en 2022 getest in de textielsector en moet voor eind 2024 worden ingevoerd.

Op dit moment betalen producenten in de textielsector die onder het principe van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) vallen, een eco-bijdrage. Deze bijdrage is gebaseerd op de fysieke duurzaamheid van het product (bestand tegen slijtage en veroudering), certificering door milieulabels en het gebruik van gerecyclede grondstoffen. Het wetsvoorstel voegt hieraan twee nieuwe criteria toe: milieu-impact en koolstofvoetafdruk.

Het wetsvoorstel verplicht buitenlandse bedrijven die hun producten in Frankrijk op de markt brengen een agent aan te stellen die verantwoordelijk is voor de naleving van de UPV-verplichtingen.

Het wetsvoorstel introduceert bovenal de mogelijkheid om, in de vorm van een bonus of heffing, de financiële bijdragen voor kledingstukken en accessoires te koppelen aan hun milieuscore. Producten met de grootste milieu-impact komen niet in aanmerking voor een bonus, maar moeten vanaf 2025 een milieuheffing betalen. En uit angst dat deze heffing te laat zou worden ingevoerd om de Franse textielindustrie te redden, hebben de parlementsleden besloten om de geleidelijke verhoging ervan in het wetsvoorstel vast te leggen: 5 euro per product in 2025 oplopend tot 10 euro in 2030.

De milieubonus die het wetsvoorstel is opgenomen zal worden gebruikt om de eco-bijdrage van producenten van duurzame kleding te verlagen. Deze bonus zal geheel gefinancierd worden uit de opbrengsten van de milieuheffing. Dit moet er voor zorgen dat de fast fashion heffing geen verkapte belasting wordt en het systeem belastingneutraal blijft.

Het wetsvoorstel bepaalt ook dat textielproducenten alleen bezwaar kunnen maken tegen de boetes die worden toegevoegd aan hun eco-bijdrage door Refashion, de eco-organisatie voor de textielsector, als deze hoger zijn dan 50% van de verkoopprijs exclusief belasting (en niet meer 20%, zoals voor de andere UPV-sectoren).

Praktisch gezien behoudt Refashion hiermee het grootste deel van zijn speelruimte. Er wordt alleen gespecificeerd dat er rekening moet worden gehouden met de resultaten van de Eco-score.

Dit roept vragen op, aangezien de huidige wetgeving deze link met het milieukeurmerk niet vereist (tenzij er hiervoor nog een decreet wordt opgesteld).

Door middel van een amendement hebben de parlementsleden ervoor gezorgd dat Refashion een deel van haar budget kan besteden aan de financiering van instanties in het buitenland die gebruikt textiel innemen (inzameling en recycling).

Een ander amendement versterkt het toezicht op producenten om ervoor te zorgen dat ze zich aan de regels houden.

Ten slotte is in het wetsvoorstel een verzoek aan de regering opgenomen om twee onderzoeken uit te voeren:

  1. Een onderzoek naar de haalbaarheid van de uitbreiding van het koolstof aanpassing mechanisme aan de grens (CBAM) naar textielproducten die buiten de EU zijn geproduceerd.
  2. Een onderzoek naar vergelijkbare maatregelen aan de grenzen van de Europese interne markt om deze nieuwe maatregelen voor fast fashion af te dwingen.

De senatoren nemen nu het wetsvoorstel in behandeling.

Bron: Actu-Environnement, Les Echos, Vie publique, Proposition de loi