Koopkracht: pakket maatregelen ter ondersteuning van fossiele brandstoffen en kernenergie in Frankrijk

"Wij zullen de eerste grote natie zijn die afstapt van fossiele brandstoffen; dit is de garantie van onze energiesoevereiniteit," kondigde Elisabeth Borne aan tijdens haar verklaring van het Franse regeringsbeleid voor het parlement op 6 juli.

Op 22 juli heeft het Franse parlement echter een wetsvoorstel aangenomen waarin juist een grote rol is weggelegd voor fossiele brandstoffen en de nucleaire industrie steun krijgt.

In afwachting van maatregelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, die voortdurend worden uitgesteld, rekent de Franse regering op de korte termijn op fossiele brandstoffen, maar er zijn ook toezeggingen gedaan aan de nucleaire industrie en er zijn diverse andere maatregelen genomen om de energievoorziening veilig te stellen.

Hieronder staan de belangrijkste maatregelen.

Verlenging van de exploitatie kolencentrales

Het parlement heeft maatregelen aangenomen die de verlenging van de exploitatie van de kolencentrale van Cordemais (Loire-Atlantique) en de herstart van de centrale van Saint-Avold (Moselle) mogelijk maken.

De aangenomen maatregelen maken het mogelijk ontslagen werknemers van de centrales opnieuw aan te stellen. Tevens zorgen de maatregelen voor de compensatie van broeikasgasemissies die het gevolg zijn van de exploitatie van de centrales.

Veiligstellen van gasvoorziening

Het parlement heeft ook een aantal maatregelen aangenomen om de gasvoorziening veilig te stellen: een mechanisme die ervoor zorgt dat essentiële aardgasinfrastructuur wordt gevuld, en de uitbreiding van de mogelijkheid voor netbeheerders om afschakelbare capaciteit te contracteren.

Een andere belangrijke toezegging ten gunste van fossiele brandstoffen: maatregelen om de installatie van drijvende LNG-terminals in Frankrijk mogelijk te maken en de bouw van een van deze terminals voor de kust van Le Havre te versnellen door middel van procedurele vrijstellingen.

Nieuwe start voor het Franse kernenergieprogramma

Het wetsvoorstel bevat ook maatregelen om de gereguleerde toegang tot het Arenh-mechanisme (Accès Régulé à l’Electricité Nucléaire Historique) te organiseren, waardoor andere energieleveranciers tegen een lagere prijs toegang krijgen tot een deel van de nucleaire elektriciteitsproductie van EDF. De meest in het oog springende bepaling in dit verband is de vaststelling in de wet van een minimumverkoopprijs van 49,50 euro/MWh voor deze elektriciteit. De huidige prijs van 46,20 euro/MWh, vastgesteld door de Commission de régulation de l'énergie (CRE- onafhankelijke Franse overheidsautoriteit), "zal EDF niet in staat stellen de financiering van nieuwe kernreactoren in overweging te nemen en verhoogt het risico van faillissement voor het bedrijf, dat een steeds sneller steigende schuld heeft", aldus de ondertekenaars van het amendement.

Een tweede wetswijziging van Les Républicains bepaalt het maximumvolume van het Arenh- mechanisme op het huidige niveau van 120 TWh, terwijl de CRE had gevraagd dit te verhogen tot 130 TWh in 2023, en het wetsvoorstel een maximumvolume van 150 TWh voorstelde.

Korting op brandstofprijzen en verhoging vergoeding reiskosten

De belangrijkste maatregelen voor het vervoer zijn een verhoging van de korting aan de pomp op een liter brandstof en van het belastingvrije bedrag van de “vervoerspremie”. De voorwaarden om in aanmerking te komen tot deze premie, die met name de brandstofkosten van de werknemers dekt, zijn ook versoepeld.

De minister van economische zaken, Bruno Le Maire, heeft ermee ingestemd om de door de staat toegekende korting op de brandstofprijs, die sinds 1 april aan alle automobilisten wordt toegekend, in september te verhogen van 18 naar 30 cent per liter in september en oktober,  Deze zal weer worden verlaagd naar 10 cent in november en december. De kosten van deze maatregel zijn geraamd op 4,4 miljard euro. Via een op 23 juli gepubliceerd decreet is de huidige korting van 18 cent per liter reeds verlengd tot eind augustus.

Over deze korting aan de pomp voor iedereen is hevig onderhandeld tussen de presidentiële meerderheid en de centrumrechte partij Les Républicains. Het oorspronkelijk plan van de regering om een meer gerichte steunregeling in te voeren voor met name werknemers met een bescheiden inkomen die veel kilometers rijden of die geen andere optie hebben dan met de auto naar het werk te gaan, komt hiermee voorlopig te vervallen.

"Onze methode is om de staat en bedrijven erbij te betrekken. De korting op de brandstofprijs kan in bepaalde tankstations oplopen tot 50 cent. In september zou de brandstofprijs 1,50 euro per liter kunnen kosten.", aldus de minister. Eind vorige week kondigde TotalEnergies een korting aan voor al zijn tankstations in Frankrijk. Deze korting wordt vanaf begin september ingevoerd en zal geleidelijk worden verlaagd tot eind 2022: een korting van 0,20 euro per liter tussen 1 september en 31 oktober en vervolgens een korting met 0,10 euro per liter van 1 november tot 31 december. Les Républicains, die voorstander zijn van een bevriezing van de brandstofprijzen, streefden in feite naar een brandstofprijs van 1,50 euro per liter.

Volgens een studie over "de financiële situatie van de huishoudens aan het begin van de energiecrisis" van het economisch adviesorgaan van de Franse regering, het Conseil d'analyse économique (CAE), profiteren de rijke huishoudens het meest van deze korting voor iedereen omdat zij ook de grootste brandstofverbruikers zijn. "Kortingen zijn relatief inefficiënte en dure maatregelen," aldus Philippe Martin, gedelegeerd voorzitter van de CAE, in een recent interview in de Franse economische krant Les Echos.

Het bedrag van de vervoerspremie waarover geen sociale premies en inkomstenbelasting hoeft te worden betaald wordt verhoogd van 200 naar 400 euro per jaar. Met deze premie kan een werkgever de brandstofkosten van zijn werknemers voor woon-werkverplaatsingen vergoeden.

Het maximale bedrag van de belastingvrije forfaitaire vergoeding duurzame mobiliteit en de tankkosten voor elektrische, plug-in hybride of waterstofvoertuigen wordt verhoogd van 500 naar 700 euro per jaar. Dit bedrag wordt in de overzeese gebieden zelf verhoogd van 600 naar 900 euro. Het maximale bedrag van de belastingvrije forfaitaire vergoeding duurzame mobiliteit kan zelfs oplopen tot 800 euro per jaar (nu maximaal 600 euro), als deze wordt gecombineerd met de gedeeltelijke vergoeding van een abonnement op het openbaar vervoer.

Het wordt voor werkgevers ook mogelijk om de laad- en brandstofkosten te combineren met 50% van de kosten van OV-abonnementen. Iets wat momenteel niet toegestaan is.

Tenslotte wordt de "vervoerspremie" opengesteld voor alle werknemers. Momenteel kan een werknemer deze premie alleen ontvangen als zijn of haar woning of werkplek buiten een stedelijk vervoersgebied en de regio Ile-de-France ligt. Ook de werknemer die geen andere keuze heeft dan zijn of haar auto te gebruiken wegens gespreide werktijden komt in aanmerking voor de “vervoerspremie”.

Deze bovenstaande maatregelen m.b.t. de vergoeding van de reiskosten zijn alleen in 2022 en 2023 van toepassing.

Gebruik van ingezamelde frituurolie en bakvetten als brandstof

Het parlement heeft een wetswijziging aangenomen van de Groenen dat het gebruik van ingezamelde frituurolie en bakvetten, zuiver of in een mengsel, als brandstof in voertuigen beoogt toe te staan. De Groenen wezen op een reeks voordelen die met het gebruik ervan samenhangen: lagere kosten dan voor fossiele brandstoffen, minder uitstoot van broeikasgassen, vermindering van de luchtvervuiling en de energieafhankelijkheid van het land. "Het is beter afhankelijk te zijn van de friettentjes in  het Noorden van Frankrijk dan van de oliemonarchieën", vatte gedeputeerde Julien Bayou samen. De goedkeuring zal echter moeten worden ingekaderd in een decreet dat wordt uitgevaardigd na advies van het Anses (French Agency for Food, Environmental and Occupational Health & Safety).

Bron: Actu-Environnement, Les Echos, L'Usine Nouvelle