Onderzoek naar milieu-impact van windmolens op zee

Nu het aantal offshore windparken steeds meer toeneemt, onderzoekt het meetplatform DRACCAR voor de kust van Normandië vier jaar lang de interacties van offshore windturbines met het mariene ecosysteem en tussen de turbines zelf. Het meetplatform DRACCAR is het eerste Franse offshore onderzoeksplatform gewijd aan offshore windenergie. Het doel is om de ecologische risico’s van toekomstige offshore windparken te beperken.

Beeld: ©Université Caen Normandie

Wat is de impact van een offshore windmolenpark op het omringende zeemilieu?

Een meetmast op 13 km voor de kust van Fécamp (Normandië) zal deze vraag proberen te beantwoorden. De waarnemingen worden gebruikt om de interactie van windmolens met het mariene ecosysteem te onderzoeken, in het bijzonder vogels, zoogdieren, vissen en soorten die op de zeebodem leven, biofouling (de ophoping van planten en dieren op structuren onder water) evenals windgegevens, sedimentverplaatsing en de interactie die kan optreden tussen de turbines onderling en die onvoorspelbare en buitensporige belastingen kan veroorzaken op de turbinebladen.

Het meetplatform DRACCAR wordt gesteund door de regio Normandië via een financiering door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en brengt vier belangrijke R&D spelers samen die sterk betrokken zijn bij de ontwikkeling van offshore windenergie: France Energies Marines, het instituut voor energietransitie dat zich bezighoudt met hernieuwbare mariene energie, de Universiteiten van Caen Normandie en Le Havre Normandie en INSA Rouen Normandie. Het platform beschikt over een eerste budget van 8,2 miljoen euro.

Gebruik van een groot aantal meetinstrumenten

Het platform DRACCAR is uitgerust met een groot aantal meetinstrumenten. Op de mast van 90 m (waarvan 40 m onder water) bevindt zich een station voor radiotelemetrie, anemometers, microfoons, een lidar wind profiler, druksensoren en versnellingsmeters. Het doel is om "een realtime monitoringsysteem met tools voor gegevensverwerking te ontwikkelen", legt Herveline Gaborieau, directeur van France Energies Marines, uit. Op den duur wordt het meetplatform uitgerust met een systeem van 12 camera's die een 360°-zicht bieden, waarbij de gegevens automatisch worden verwerkt dankzij kunstmatige intelligentie. "Het doel is om cameraregistraties te koppelen aan het herkennen van soorten en hun positie in het gebied, wat ze daar komen doen en hoe lang ze daar blijven," legt de specialist in de offshore windmarkt uit. De partners van France Energies Marines, met name de Université Bretagne Occidentale en het Museum of Natural History, zijn betrokken bij de analyse van de verkregen gegevens. Daarnaast gaat CeSigma een groot aantal hydrofoons leveren en de Exail-groep een sonarapparaat. Het is de bedoeling dat uiteindelijk alle offshore windmolenparken voor de kust van Frankrijk worden voorzien van een dergelijk meetsysteem.

Stormachtige groei van offshore windenergie roept weerstand op

Aangezien de vraag naar elektriciteit volgens de beheerders van de elektriciteitsnetwerken in Europa enorm zal toenemen heeft de Europese Commissie aangekondigd dat ze de capaciteit van de Europese offshore windparken tegen 2030 wil vervijfvoudigen. In 2050 moeten er zelfs 25 keer zo veel windturbines in Europese wateren staan als nu. Deze doelstelling betekent voor Frankrijk de aanleg van 7.100 nieuwe offshore windturbines met name voor de Kanaalkust. Het offshore windmolenpark van Saint Nazaire - een complex met 80 turbines en Frankrijks eerste offshore windmolenpark - werd in 2022 in gebruik genomen. Andere parken worden momenteel geïnstalleerd in Saint-Brieuc en Fécamp.

In een rapport uit 2021 wees het nationale comité voor natuurbescherming (CNPN) van het Franse milieuministerie echter op de nog steeds slecht begrepen effecten van offshore windmolens op de biodiversiteit en de aanzienlijke risico's van botsingen van vogels en vleermuizen met de turbines. Het rapport, dat opriep tot een moratorium op offshore windmolenparken, waarschuwde ook voor mogelijke verstoringen en veranderingen in de habitat van zeezoogdieren "op een schaal die nog nooit eerder is gezien in ons land".

Herveline Gaborieau benadrukt echter dat de feedback van offshore windparken die al in bedrijf zijn, vooral in Denemarken en het VK, tot nu toe eerder geruststellend is. “Er is al veel upstream onderzoek gedaan in Noord-Europa, waaruit blijkt dat offshore windenergie een verwaarloosbaar effect heeft, vooral op zeezoogdieren," aldus Baborieau. “Zeezoogdieren hebben de neiging om de zones te omzeilen, dus botsingen zijn beperkt". Voor de vogeltrek zijn er momenteel onvoldoende gegevens, maar er is waarschijnlijk een effect. Herveline Gaborieau denkt echter dat dit effect kleiner is dan het effect van klimaatverandering. De metingen van het platform DRACCAR moeten een antwoord geven op de nog openstaande vragen.

Bron: L’Usine Nouvelle, DRACCAR